Nieuwe alinea
Stoppen - maar niet echt ?
Glenn Siwalette • 11 november 2020
Stoppen – maar niet echt ?

Zware tijden voor de horeca. Vooral als je kleine zelfstandige bent. Je hebt een mooie klantenkring op een prima locatie. Alleen dat “corona-hek” is killing. Stoppen is geen optie, omdat je dan geen inkomsten meer hebt.
Tijdelijk stoppen dan ?
Betekent je business verkopen. Alle activa. En een mooie prijs voor de goodwill vragen. Overdrachtswinst is belast. Wat nu ?
Nu goed “timen”.
Wanneer zijn we van de corona af ? Voorjaar volgend jaar ?
Anyway, als je binnen 12 maanden na het moment van bedrijfsverkoop een nieuwe business start, hoef je over de winst op de verkochte bedrijfsmiddelen geen belasting te betalen.
Voorwaarde is dat je de winst gebruikt voor investeringen in je nieuwe onderneming.
Bedrijfsmiddelen zijn activa waarover je afschrijft. Goodwill is geen activum. Tenzij je destijds de zaak hebt gekocht en er goodwill voor betaald hebt. Gekochte goodwill is wel een bedrijfsmiddel.
Zit je op een huurlocatie, dan heb je een zakelijk huurrecht. Dat is een niet-geactiveerd bedrijfsmiddel. Als de koper geld over heeft voor het huurrecht, is dat belastingvrij.
Wel even vastleggen in de verkoopakte.
Dat praat wat makkelijker als de belastingdienst vragen stelt.

Glenn Siwalette 29 december 2020 Tal van ondernemers krijgen daarom hulp van vrienden en familie. Hulp in de vorm van een lening. Eén type lening kan link zijn. Dat is een lening van een BV waarvan de aandeelhouder familie is. Een voorbeeld. Een BV verstrekt een lening van EUR 50.000 aan een horeca ondernemer. De aandeelhouder en de horeca ondernemer zijn familie. Na twee jaar is de lening nog niet terugbetaald. De lening wordt vervolgens geheel afgewaardeerd. De afwaardering is dan een verliespost voor de BV. Bij de behandeling van de aangifte vennootschapsbelasting wordt het verlies door de belastingdienst niet geaccepteerd. De lening wordt als onzakelijk bestempeld. Ook mag de aandeelhouder extra inkomstenbelasting betalen. Want de EUR 50.000 wordt als winstuitdeling aangemerkt. Daarover wordt 26,25% inkomstenbelasting geheven. Tenslotte krijgt de horeca ondernemer een aanslag schenkbelasting aan zijn broek voor een schenking van EUR 50,000. Afhankelijk van het soort verwantschap is het heffingspercentage 10% of 18%. Echter, als door de horeca ondernemer zekerheid is verstrekt en zakelijk leningsvoorwaarden zijn afgesproken, zal al die fiscale ellende zich niet voordoen.

Glenn Siwalette 20 december 2020 Dus is hun redenering, als er iets gebeurt dan is er geld voor de achterblijvers. Dat is goed en fout beredeneerd. Goed, omdat de levensverzekering het overlijdensrisico afdekt en de verzekering dus een kapitaal uitkeert bij overlijden. Fout, omdat het kapitaal in de meeste gevallen bedoeld is om de hypotheekschuld van de eigen woning af te lossen. Er is dan geen cash voor de achterblijvers. Dat is vervelend. Want de levensverzekering voor de eigen woning is een gemengde verzekering. Dat is een spaarverzekering én een overlijdensrisicoverzekering verpakt in één verzekering. Een losse overlijdensverzekering extra afsluiten is daarom raadzaam. Als je zo’n verzekering afsluit, is het handig als niet jij maar iemand anders als verzekeringnemer op de polis staat. De verzekeringnemer is degene die de premie verschuldigd is. De kinderen kunnen bijvoorbeeld als verzekeringnemers in de polis worden opgenomen. De kinderen kunnen daarnaast ook als begunstigden vermeld staan. Je schenkt de premie aan de kinderen. En zij betalen vervolgens aan de verzekeringsmaatschappij. Op die manier wordt bij jouw overlijden de kapitaalsuitkering aan de kinderen niet belast met erfbelasting.

Bij een ingediende belastingaangifte hoort een handtekening. Een bevestiging dat je de aangifte naar eer en geweten hebt ingevuld. Bij een overeenkomst hoort ook een handtekening. Twee handtekeningen eigenlijk, want beide partijen tekenen. Een tweezijdige rechtshandeling derhalve. Sluit je BV een lening met de bank, dan geldt hetzelfde verhaal. Maar de bank dekt zich in, want er word je altijd gevraagd persoonlijk borg te staan voor de lening. Dan kan de bank bij jou in privé aankloppen, als het mis gaat met de BV. Vandaar, dat een borgovereenkomst getekend moet worden. So far, so good. Nu zijn er twee dingen waar je op moet letten. 1. Je echtgenoot of je geregistreerd partner heeft niet meegetekend voor de borgovereenkomst. 2. De BV gebruikt de lening niet voor de normale uitoefening van het bedrijf, maar voor bijvoorbeeld het aflossen van belastingschulden. Heb je hieraan voldaan, dan is de borgovereenkomst vernietigbaar. Afgelopen vijf jaar zijn hierover, tevergeefs, talloze procedures gevoerd door banken en andere financiële instellingen tot aan de Hoge Raad. Kortom, even checken. Misschien toch nog een leuke sinterklaas voor enkele DGA’s die in zwaar weer zitten.

Zwaar verlieslijdende ondernemers. Wie kent ze niet ? Bedrijfssluiting brengt nieuwe ellende met zich mee. Financiële verplichtingen aan leveranciers, verhuurder en andere crediteuren moeten afgedeald worden. En de grootste crediteur is bijna altijd de belastingdienst. Hoe kom je als ondernemer hier van af ? Verzoeken om kwijtschelding worden altijd afgewezen. Tenzij je als ondernemer definitief stopt met ondernemen. Dan wordt een kwijtscheldingsverzoek soepel behandeld. Er bestaan verschillende “levels”. De belastingschuld kan worden kwijtgescholden. In jargon: “De post is oninbaar”. Of de belastingschuld wordt niet kwijtgescholden, maar voortzetting van de invordering is niet gewenst. In belastingdienst jargon: “het niet verder bemoeilijken”. Of de fiscus besluit tot het tijdelijk afzien van invordering. In jargon: “het voorshands niet verder bemoeilijken”. De slotvariant luidt dat de fiscus “de bevoegdheid voorbehoudt de aanslagen, die niet verder worden bemoeilijkt, te verrekenen met eventuele belastingrestituties aan dezelfde belastingplichtige”. Het is maar dat je het weet. En oh ja, de levels zijn niet onderhandelbaar.
Het zijn lang vervlogen tijden. De tijd dat een werknemer mee deed aan een spaarloonregeling. De tijd dat de werknemer bij ontslag een pot geld van de werkgever meekreeg. En door de pot met geld te parkeren in een stamrecht BV kreeg je belastinguitstel. Beide werknemers hebben een recht op periodieke uitkeringen gekregen. Dat recht gaat in op het moment dat de spaarloonregeling (of beter gezegd: lijfrenteverzekering) expireert. En bij de stamrecht-BV gaan de uitkeringen vloeien rond de, in de stamrechtovereenkomst, afgesproken pensioenleeftijd. En nu even uitkijken. Bij expiratie van de lijfrenteverzekering mag je van de verzekeringsmaatschappij kiezen. Of jaarlijks een uitkering of in één keer al je geld krijgen (afkoop). Afkoop is belast met 52%. Echter, de verzekeringsmaatschappij zegt minder duidelijk of zelfs helemaal niet dat je ook nog 20% revisierente moet betalen aan de fiscus. Rente over de bruto waarde van de afkoopsom. De stamrecht-BV bezitter kan gewoon cash uit de BV halen. Hij leent het dan van zijn BV. Jarenlang kan dat goed gaan. Tot de fiscus kritische vragen gaat stellen. Het woord afkoop valt dan snel. Ook hier belastingheffing 52% plus 20 % revisierente. Kortom: cash is fijn, maar 20% revisierente doet pijn

Verliezen in een BV kan je compenseren met winsten in toekomstige jaren en met de winst van het jaar ervoor. Wat nu als je afgelopen jaren steeds marginaal hebt gedraaid ? Je hebt je hoofd net boven water kunnen houden. Wat nu, als Corona jouw BV in een financiële afgrond gaat storten. Een faillissement is voor jou geen optie, want je vindt dat de onderneming levensvatbaar is. Wat te denken van een doorzakconstructie ? De BV richt een dochter-BV op. Een fiscale eenheid wordt bij de belastingdienst aangevraagd. Vervolgens worden de ondernemingsactiviteiten van de BV doorgezakt naar de nieuwe dochter-BV. Als tegenprestatie ontvangt de BV aandelen van de dochter-BV. Een ziekenhuis constructie dus, maar dan met je eigen BV. In de verlies-BV kan je dan in relatieve rust de schulden proberen te saneren. Lukt dit niet dan is de enige mogelijkheid dat je de aandelen van de nieuwe dochter-BV verkoopt aan een derde. Materieel gezien is het uiteindelijk effect dat je hetzelfde hebt bereikt als bij een directe sanering bij de verlies-BV. Maar je hebt het in ieder geval geprobeerd.